www.GotQuestions.org/Nederlands



Vraag: "Wat is het verschil tussen Katholieken en Protestanten?"

Antwoord:
Er bestaan diverse belangrijke verschillen tussen Katholieken en Protestanten. Hoewel er de laatste jaren pogingen zijn ondernomen om een gemeenschappelijke basis te vinden, zijn de verschillen niet verdwenen zijn en zijn ze op dit moment nog net zo belangrijk als aan het begin van de Protestantse Reformatie. Hierbeneden volgt een kort overzicht van de belangrijkste verschillen.

Een van de grootste verschillen tussen het Katholicisme en het Protestantisme is de kwestie van de toereikendheid en het gezag van de Schrift. Protestanten geloven dat alleen de Bijbel de enige bron is van Gods bijzonder openbaring aan de mensheid, en als zodanig leert de Bijbel ons alles wat nodig is om verlossing van onze zonden te ontvangen. Protestanten zien de Bijbel als de standaard waartegen al het Christelijk gedrag moet worden afgemeten. Dit geloof wordt in het algemeen “Sola Scriptura” genoemd. Het is één van de “Vijf Sola’s” (sola is Latijn voor “alleen”) die uit de Protestantse Reformatie voortkwamen als samenvattingen van enkele van de belangrijkste verschillen tussen Katholieken en Protestanten.

Er staan vele verzen in de Bijbel die de toereikendheid en het gezag ervan op het gebied van alle geloofszaken en praktische zaken vaststellen. Een van de duidelijkste is wel 2 Timoteüs 3:16 waarin we het volgende lezen: “Elk schriftwoord is door God geïnspireerd en is dus bruikbaar voor het onderricht, voor het weerleggen van dwalingen, voor de verbetering van de zeden en voor de opvoeding tot een rechtschapen leven, zodat de mens van God berekend is voor zijn taak en toegerust is voor elk goed werk.” Maar Katholieken wijzen de doctrine van “Sola Scriptura” af en geloven niet dat de Bijbel op zich toereikendheid is. Zij geloven dat de Bijbel en de Rooms-katholieke tradities even bindend voor de Christen zijn. Veel Rooms-katholieke doctrines, zoals het vagevuur, het bidden tot de heiligen en de verering of aanbidding van Maria, hebben weinig of geen basis in de Schrift, maar zijn puur gebaseerd op de Rooms-katholieke tradities. In essentie wordt de toereikendheid, het gezag en de volledigheid van de Bijbel ondermijnd door de Rooms-katholieke ontkenning van “Sola Scriptura” en hun drang om de Bijbel en hun “Heilige Traditie” op gelijke hoogte te stellen. Het standpunt over de Schrift is de wortel van vele, zo niet alle, verschillen tussen Katholieken en Protestanten.

Een ander verschil tussen Katholicisme en Protestantisme dat hier nauw aan verbonden is heeft te maken met de functie en het gezag van de Paus. Volgens het Katholicisme is de Paus de “Vicaris van Christus” (een vicaris is een vertegenwoordiger of plaatsvervanger) en neemt hij de plaats van Jezus in als het zichtbare hoofd van de Kerk. Als zodanig heeft hij het vermogen om “ex cathedra” te spreken (met gezag op het gebied van geloof en gebruiken) en wanneer hij dit doet, dan wordt zijn leer als onfeilbaar en bindend voor alle Christenen beschouwd. Aan de andere kant geloven Protestanten dat geen enkel menselijk wezen onfeilbaar is en dat alleen Christus het hoofd van de kerk is. Katholieken vertrouwen op apostolische opvolging als ondersteuning voor het gezag van de Paus. Maar Protestanten geloven dat het gezag van de kerk niet uit apostolische opvolging afkomstig is, maar uit het Woord van God is afgeleid. Geestelijke macht en geestelijk gezag liggen niet in de handen van een sterveling, maar in het Woord van God, zoals dat in de Schrift is vastgesteld. Terwijl het Katholicisme onderwijst dat alleen de Katholieke Kerk de Bijbel op een juiste en correcte wijze kan interpreteren, geloven Protestanten dat de Bijbel onderwijst dat God de Heilige Geest heeft gezonden om in alle gelovigen te huizen, waardoor alle gelovigen in staat zijn om de boodschap van de Bijbel te begrijpen.

Dit kan duidelijk worden gezien in passages als Johannes 14:16-17: “En Ik zal de Vader vragen jullie een andere Helper te geven, die voor altijd met jullie zal zijn, de Geest van de waarheid. De wereld kan Hem niet ontvangen, omdat ze Hem niet ziet en ook niet kent; jullie kennen Hem wel, want Hij blijft bij jullie en zal in jullie zijn.” (Zie ook Johannes 14:26 en 1 Johannes 2:27). Terwijl het Katholicisme onderwijst dat alleen de Rooms-katholieke kerk het gezag en de macht heeft om de Bijbel te interpreteren, erkent het Protestantisme de Bijbelse doctrine van het priesterschap van alle gelovigen en geloven Protestanten dat individuele Christenen erop kunnen vertrouwen dat de Heilige Geest hen zal helpen om de Bijbel zelf te lezen en te interpreteren.

Een derde belangrijk verschil tussen Katholicisme en Protestantisme bestaat uit de vraag: hoe kan iemand gered worden? Een ander punt van de “Vijf Sola’s” van de Reformatie was “Sola Fide” (“alleen geloof”), dat de Bijbelse doctrine bevestigt dat mensen alleen uit genade gerechtvaardigd worden, en dit alleen via Christus (Efeziërs 2:8-10). Maar volgens het Rooms-katholicisme kan een mens niet alleen door geloof in Christus worden verlost. Zij onderwijzen dat een Christen moet vertrouwen op geloof én op goede werken om gered te kunnen worden. De Zeven Sacramenten zijn essentieel in de Rooms-katholieke doctrine over de verlossing. Deze zijn: het Doopsel, de Biecht, de Eucharistie, het Vormsel, de Ziekenzalving (of het Heilig Oliesel), de Wijding en het Huwelijk. Protestanten geloven dat gelovigen alleen op basis van hun geloof in Christus door God gerechtvaardigd worden, omdat Christus aan het kruis voor al hun zonden heeft betaald en Zijn rechtvaardigheid hen daarom wordt toegerekend. Katholieken geloven daarentegen dat de rechtschapenheid van Christus weliswaar “uit genade door geloof” aan de gelovige wordt uitgereikt, maar dat dit op zichzelf niet voldoende is om de gelovige te rechtvaardigen. De gelovige moet de rechtvaardigheid van Christus die hem is toegerekend nog “aanvullen” met verdienstelijke werken.

Katholieken en Protestanten zijn het er bovendien niet over eens wat het betekent om voor God gerechtvaardigd te zijn. Voor de Katholieke heeft rechtvaardiging te maken met het rechtschapen en heilig worden gemaakt. Zij geloven dat geloof in Christus slechts het begin van de verlossing is en dat een mens hierop moet verder bouwen met goede daden omdat de mens “Gods genade van de rechtvaardiging en de eeuwige verlossing moet verdienen”. Natuurlijk is deze kijk op de rechtvaardiging in strijd met de duidelijke leer van de Schrift in passages als Romeinen 4:1-12; Titus 3:3-7 en vele anderen. Protestanten daarentegen maken een onderscheid tussen de eenmalige rechtvaardiging (wanneer we door God rechtvaardig en heilig worden verklaard, gebaseerd op ons geloof in wat Christus aan het kruis voor ons heeft gedaan) en heiliging (het voortdurende proces waarin we rechtschapen worden gemaakt; een proces dat tijdens onze levens op aarde doorgaat). Hoewel Protestanten het belang van goede daden herkennen, geloven zij dat deze het resultaat of “de vrucht” van de verlossing zijn, maar nooit een weg naar de verlossing. Katholieken vermengen rechtvaardiging en heiliging in één voortgaand proces, wat tot verwarring leidt over de vraag hoe een mens gered kan worden.

Een vierde belangrijk verschil tussen Katholieken en Protestanten heeft te maken met wat er na de dood met mensen gebeurt. Hoewel beide groepen geloven dat ongelovigen de eeuwigheid in de hel zullen doorbrengen, bestaan er belangrijke verschillen over wat er met gelovigen zal gebeuren. Uit hun kerkelijke tradities en hun vertrouwen in niet-canonieke boeken hebben de Katholieken de doctrine van het vagevuur ontwikkeld. Het vagevuur is volgens de Katholieke Encyclopedie “een plaats of toestand van tijdelijke bestraffing voor de mensen die dit leven in een staat van Gods genade hebben verlaten maar niet volledig vrij zijn van hun dagelijkse zonden of die nog genoegdoening moeten geven voor hun doodzonden of dagelijkse zonden.” Maar Protestanten geloven dat we rechtstreeks naar de hemel zullen gaan om in de aanwezigheid van de Heer te zijn, omdat we alleen door geloof in Christus gerechtvaardigd zijn en de rechtschapenheid van Christus aan ons wordt toegerekend (2 Korintiërs 5:6-10 en Filippenzen 1:23).

Maar een aspect van de Katholieke doctrine over het vagevuur dat nog verontrustender is, is het het geloof dat de mens nog voor zijn zonden boete moet of doen zelfs kan doen. Samen met hun misvatting over wat de Bijbel onderwijst over de rechtvaardiging van de mens voor God resulteert dit in een laag beeld van de toereikendheid en de effectiviteit van de prijs die Christus aan het kruis voor ons heeft betaald. Eenvoudig gezegd: het Katholieke standpunt over de verlossing impliceert dat het werk van Christus aan het kruis een onvoldoende betaling was voor de zonden van de mensen die in Hem geloven, en dat zelfs een gelovige nog voor zijn eigen zonden zal moeten betalen, of door een boetedoening, of door een tijd in het vagevuur door te brengen. En toch leert de Bijbel ons telkens weer dat alleen de dood van Christus tegemoet kan komen aan de toorn van God jegens de zondaars (Romeinen 3:25; Hebreeën 2:17; 1 Johannes 2:2; 1 Johannes 4:10). Onze goede daden kunnen niets toevoegen aan wat Christus reeds heeft volbracht.

Hoewel er talrijke andere verschillen bestaan tussen het geloof van Katholieken en Protestanten, zijn deze vier voorbeelden voldoende om te laten zien dat er serieuze verschillen tussen de twee bestaan. Net als de Judaïserende Joden (Joden die zeiden dat de niet-Joodse Christenen de wet van het Oude Testament moesten gehoorzamen om verlost te worden) waar Paulus in het boek Galaten over schreef, komen de Katholieken bij een volkomen anders evangelie uit, omdat zij van daden een vereiste maken om door God gerechtvaardigd te kunnen worden. De verschillen tussen de Katholieken en de evangelische Protestanten zijn belangrijk.

Wij bidden dat God de ogen zal openen van alle mensen die dit artikel lezen en hun vertrouwen of geloof hebben gesteld in de leer van de Katholieke Kerk. Het is onze hoop dat iedereen zal begrijpen en geloven dat hun “goede daden” hen niet kunnen rechtvaardigen of heiligen (Jesaja 64:6). We bidden dat allen hun geloof alleen in het feit zullen stellen dat we “als een rechtvaardige aangenomen zijn omdat hij ons door Christus Jezus heeft verlost. Hij is door God aangewezen om door zijn dood het middel tot verzoening te zijn voor wie gelooft.” (Romeinen 3:24-25). God verlost ons “niet vanwege onze rechtvaardige daden, maar uit barmhartigheid. Hij heeft ons gered door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwende kracht van de heilige Geest, die hij door Jezus Christus, onze redder, rijkelijk over ons heeft uitgegoten. Zo zijn wij door zijn genade als rechtvaardigen aangenomen en krijgen we deel aan het eeuwige leven waarop we hopen.” (Titus 3:5-7)

© Copyright Got Questions Ministries